Specialisaties

Kinderen

Als uw kind tussen de 6-10 maanden is breken over het algemeen de eerste 2 melktanden door. Dit zijn vaak de onderste twee snijtanden in het midden. Rond de 2-2,5 jaar is het melkgebit vaak compleet. 

Het melkgebit zal wisselen tussen het 6e en 13e levensjaar. Daarna komt het blijvende gebit. De blijvende tand of kiest lost als het ware de wortel van de melktand of kies op. 

Het eerste bezoek aan de tandarts

Tussen 2 en 4 jaar ontwikkelt de motoriek van de peuter zich zodanig dat hij zijn eigen jas kan dichtmaken, soms al een poppetje met armen en benen kan tekenen, kan hinkelen en kan fietsen op een driewieler. Een kind in deze fase (2-4 jaar) denkt dat alles leeft en gevoel en gedachten heeft (animisme).  Ze geloven dat een kies kan gaan slapen en een boor kan praten. Ook denken ze dat een boor expres pijn doet en stout is. Kinderen van deze leeftijd denken magisch; ze kunnen bang zijn voor de afzuiger van de tandarts omdat ze denken dat deze hen op kan zuigen.

Wetende dat een kind zo denkt, is het verstandig om voorzichtig te zijn met wat u zegt. Een boekje over de tandarts voorlezen, kan helpen om uw kind voor te bereiden. Echter, het is af te raden te zeggen dat uw kind ‘niet bang hoeft te zijn’. Dat wekt juist argwaan en ze zullen gaan denken dat ze juist wel ergens bang voor moeten zijn. 

Vanaf het moment dat het kind bij de tandarts komt wordt het kind spelenderwijs via kijken en tandenpoetsen bij ouders op schoot vertrouwd gemaakt met de tandheelkundige situatie. De preventie-assistente speelt hierbij een grote rol. We laten kinderen door middel van plaquekleuring zien waar ze nog beter kunnen poetsen, we leren ze de juiste poetstechniek aan en geven ze informatie over eet- en drinkmomenten die schadelijk kunnen zijn voor het gebit. Als ze hier op de juiste leeftijd bewust van worden gemaakt zal het normaal worden hier rekening mee te houden en wordt het gangbaar om tweemaal daags goed te poetsen. Uiteraard hebben kinderen hier veel profijt van omdat preventie de sleutel is tot een leven lang een gezond gebit. Jong geleerd is oud gedaan!

Gaatjes en erosie

Bacteriën in de mond heeft iedereen en dat is in de basis ook goed. Ze zorgen voor afweer in je mond; de goede bacteriën zorgen er bijvoorbeeld voor dat schadelijke bacteriën minder snel de overhand krijgen. Als bepaalde bacteriën echter langere tijd ongestoord in de mond zitten, vormt zich een ruw wit laagje op de tanden; dit noemen we plaque. Als plaque de kans krijgt zich een aantal dagen te ontwikkelen, worden suikers en andere koolhydraten omgezet in zuren en daarmee kunnen gaatjes ontstaan.

Tweemaal daags poetsen en éénmaal daags tanden stokeren voorkomt het krijgen van gaatjes. Uiteraard ontstaan gaatjes meestal op de lastig te poetsen plekken; daar waar plaque langere tijd ongestoord kan groeien. Zoals tussen de kiezen en in diepere groeven.

Bij baby’s/jonge kinderen is het belangrijk om zo vroeg mogelijk over te stappen van een zuigfles op een drinkbeker. Een grote groep kinderen kan al vanaf 9 maanden uit een (tuit)beker leren drinken. U kunt een tuitbeker gebruiken als tussenstap om over te stappen van fles naar beker. Wanneer u uw kind vaak, verspreid over de dag, kleine beetjes laat drinken kan het melkgebit ernstig aangetast raken. Zuigflescariës kan dan ontstaan. Dit zijn gaatjes die beginnen bij de voortanden in de bovenkaak en later ook de andere tanden aantasten.

Wanneer u langdurig borstvoeding geeft, en ook nog ’s nachts dan zult u erbij stil moeten staan dat dit een extra voedingsmoment is voor de baby. Bedenk dat borstvoeding ook gewoon voedingsstoffen bevat, dus poetsen is nodig.

Bij erosie lost het tandglazuur op (ontkalkt of demineraliseert). Het is belangrijk dat het gebit zich na een maaltijd of drank even kan herstellen: speeksel neutraliseert het zuur en beschermt als het ware het gebit. Poets daarom het eerste uur na het eten van zure producten niet uw tanden. Maar poets ook een uur voor het eten van zure producten niet uw tanden. Er bevindt zich namelijk altijd een eiwitrijk laagje (pellicle) op uw tanden dat beschermt tegen erosie. Direct na het poetsen zit dat laagje er even niet meer op en zijn uw tanden zo schoon dat ze tijdelijk vatbaarder zijn voor erosie. De uren na het poetsen vormt dit eiwitrijke laagje zich weer opnieuw. Erosie is een groeiend probleem. Frisdrank en vruchtensappen zijn erosief. De frequentie is belangrijk, net zoals of u het snel opdrinkt of niet (beter in één keer opdrinken). 

Bij baby’s/jonge kinderen is het belangrijk om zo vroeg mogelijk over te stappen van een zuigfles op een drinkbeker. Een grote groep kinderen kan al vanaf 9 maanden uit een (tuit)beker leren drinken. U kunt een tuitbeker gebruiken als tussenstap om over te stappen van fles naar beker. Wanneer u uw kind vaak, verspreid over de dag, kleine beetjes laat drinken kan het melkgebit ernstig aangetast raken. Naast zuigflescariës kan dan ook erosie ontstaan. Dit zal vooral een risico zijn bij zure dranken zoals vruchtensappen. 

Voedingsadvies

  • Eet niet de hele dag door: maximaal 7 eet- en drinkmomenten per dag. 3 hoofdmaaltijden, 4 tussendoortjes
  • Neem de tijd om samen te eten (zo kan langzaam een verzadigd gevoel optreden)
  • Eet 200 gram groenten en 2 stuks fruit per dag
  • Drink frisdrank en andere zure dranken met mate (o.a. vruchtensappen)
  • Eet gevarieerd
  • Wees matig met vet (beperk verzadigd vet; niet vloeibaar op kamertemperatuur)
  • In brood, peulvruchten, aardappelen, rijst, pasta en graanproducten zitten veel vitaminen, mineralen en voedingsvezel
  • Houd het gewicht op peil. Realiseer dit door een combinatie van een gezond voedingspatroon en voldoende beweging
  • Wees zuinig met zout
  • Drink veel
  • Ga hygiënisch en veilig met uw voedsel om
  • Lees wat er op de verpakking staat
  • Geef uw kind liever hartige dan zoete dingen (liever geen snoep, koek, frisdrank)
  • Geef uw kind niet te veel zure dranken (frisdrank en vruchtensappen)
  • Laat uw kind niet te veel aan zoetigheid wennen en voeg geen suiker toe aan eten en drinken
  • Kies vaker voor water dan voor zoete dranken
  • Laat uw kind zoete drankjes in een keer opdrinken
  • Tips voor een goede keuze als tussendoortje: biscuits, rijstwafels, krentenbol, muesli, studentenhaver, noten, fruit of een gewone boterham. Of wortel, tomaat, komkommer, radijs. Afsluiten met suikervrije kauwgom is slim
  • Light frisdranken en suikervrije kauwgom zijn niet cariogeen (verwekken geen gaatjes). Ze bevatten suikervervangers. Te veel light frisdranken kan echter wel erosie veroorzaken, en te vaak kauwgom kaakgewrichtsklachten en slijtage aan de tanden

Poetsinformatie

Bij kleine kinderen zult u als ouders/verzorgers de eerste jaren uw kind poetsen. Een kind moet natuurlijk ook zelf leren poetsen, dus mag hij het ook zelf doen (oefenen). Als ze het al beter kunnen, kunt u ze bijvoorbeeld ’s morgens alleen laten poetsen. ’s Avonds poetst u dan nog (na). Een algemene richtlijn is dat de ouders het kind tot 5 jarige leeftijd poetsen, tussen de 5-10 jaar zal het kind langzaam vaker zelf gaan poetsen en poetst u na, en vanaf 10 jaar poetst hij/zij zelf. Pas als uw kind net zo goed als u kan poetsen, hoeft hij niet meer na gepoetst te worden.

Het fluoride basisadvies

Het fluoride basisadvies in Nederland, opgesteld door het Ivoren Kruis, luidt als volgt:

Van 0 tot 2 jaar

1 keer per dag poetsen met peuter- c.q. kindertandpasta met 500 ppm fluoride. (500-750 ppm)

Van 2 tot 5 jaar

2 keer per dag poetsen met fluoridepeutertandpasta (500 ppm fluoride)

Vanaf 5 jaar

2 keer per dag poetsen met gewone fluoridetandpasta (1000-1500 ppm fluoride)