Net zoals in de gezondheidszorg steeds meer nadruk wordt gelegd op preventie; denk aan het aanleren van gezonde gewoontes in plaats van het behandelen van de gevolgen van slechte gewoontes, is preventie ook in de tandheelkunde gemeengoed geworden.
Waar vroeger voornamelijk reactief behandeld werd als mensen klachten kregen aan hun gebit, wordt tegenwoordig meer preventief gewerkt door periodiek het gebit te controleren en controlefoto’s te maken. Normaal gesproken adviseren we mensen tweemaal per jaar op controle (periodiek mondonderzoek) te komen. Op deze manier kunnen we de meest voorkomende problemen, zoals gaatjes, slechte of versleten restauraties en tandvleesontstekingen vroeg ontdekken.
Door deze vroegdiagnostiek kunnen we behandelingen meestal kleiner houden, dan pas te handelen als de patiënt last krijgt. Maar te denken valt ook aan vroegdiagnostiek en behandelen van gebitsslijtage, de oorzaak van sommige hoofdpijnen (klemmen/knarsen), barsten rondom grijze vullingen en sluimerende ontstekingen aan wortelpunten.
De mondhygiëniste en preventie-assistente vullen de tandarts aan door de patiënt een goede mondhygiëne aan te leren en waar nodig het gebit periodiek te reinigen. Hoe jonger een patiënt is als hij/zij dit goed krijgt aangeleerd, des te minder problemen we doorgaans tijdens de levensloop zien.
Uiteraard om pijnvrij te blijven, maar ook om goed te kunnen eten, er verzorgd uit
te zien en geen last te hebben van een slechte adem. Vergeten wordt echter vaak dat een zieke mond gevolgen kan hebben voor de algemene gezondheid wegens relaties met bijvoorbeeld hart- en vaatzieken, diabetes en reumatoïde artritis.
Er wordt vaak gezegd:
Een gezonde geest in een gezond lichaam
Maar zeker geldt ook:
Een gezonde mond in een gezond lichaam!
Hierbij speelt preventie de grootste rol.
Suikerrijke voeding ligt aan de basis van het ontstaan van tandbederf; het krijgen van gaatjes of cariës. Bacteriën in de mond heeft iedereen en dat is in de basis ook goed. Ze zorgen voor afweer in je mond; de goede bacteriën zorgen er bijvoorbeeld voor dat schadelijke bacteriën minder snel de overhand krijgen. Als bepaalde bacteriën echter langere tijd ongestoord in de mond zitten, vormt zich een ruw wit laagje op de tanden; dit noemen we plaque. Als plaque de kans krijgt zich een aantal dagen te ontwikkelen, worden suikers en andere koolhydraten omgezet in zuren en daarmee kunnen gaatjes ontstaan.
Tweemaal daags poetsen en éénmaal daags tanden stokeren voorkomt het krijgen van gaatjes. Uiteraard ontstaan gaatjes meestal op de lastig te poetsen plekken; daar waar plaque langere tijd ongestoord kan groeien. Zoals tussen de kiezen en in diepere groeven.
Plaque dat langere tijd ongepoetst achterblijft kan ook zorgen voor tandvleesontsteking (gingivitis). Het is meestal rood en bloedt gemakkelijk bij lichte aanraking. Als plaque nog langer achterblijft, verkalkt het langzaam tot tandsteen onder invloed van speeksel. Deze (verharde) bacteriepopulatie is niet meer met poetsen of tanden stokeren te verwijderen. Tandsteen kan zorgen voor ontstoken tandvlees en uiteindelijk ook voor botverlies rondom tanden en kiezen. Deze tandvleesziekte noemen we parodontitis. Meer info hierover kunt u lezen bij het kopje ‘mondhygiëniste’.
Zuur in eten en drinken, of wat terugkomt uit de maag (reflux) kan ook slijtage aan tandglazuur aanrichten. Dit noemen we tanderosie. Het tandglazuur lost dan op (ontkalkt of demineraliseert). Het is belangrijk dat het gebit zich na een maaltijd of drank even kan herstellen: speeksel neutraliseert het zuur en beschermt als het ware het gebit. Poets daarom het eerste uur na het eten van zure producten niet uw tanden. Maar poets ook een uur voor het eten van zure producten niet uw tanden. Er bevindt zich namelijk altijd een eiwitrijk laagje (pellicle) op uw tanden dat beschermt tegen erosie. Direct na het poetsen zit dat laagje er even niet meer op en zijn uw tanden zo schoon dat ze tijdelijk vatbaarder zijn voor erosie. De uren na het poetsen vormt dit eiwitrijke laagje zich weer opnieuw. Erosie is een groeiend probleem. Frisdrank en vruchtensappen zijn erosief. De frequentie is belangrijk, net zoals of u het snel opdrinkt of niet (beter in één keer opdrinken). Patiënten waarbij erosie meerdere jaren een rol heeft gespeeld, kunnen zoveel tandslijtage hebben opgelopen dat de tanden en kiezen moeten worden hersteld.